Woord dat het lijf in wil
Hij zat tegenover me en bepaald niet voor de eerste keer. Al bijna een jaar is hij bij mij in begeleiding. Maar vandaag verbaasde ik me erover dat hij precies weet wat er moet veranderen in zijn leven, zeker na zijn tweede burn-out, maar dat hij het niet doet. Misschien herken je daar iets van. Dat je weet wat je te doen staat, maar het niet durft, het uitstelt, of het gewoon niet aangaat, omdat je denkt: ‘Nâh, ik red me wel, ik heb het altijd zo gedaan, laat me nou maar.’ Je houdt een situatie in stand waar je je ongelukkig bij voelt en uiteindelijk vreet het je op en word je overspannen. Hoe kan het dat mensen zoiets niet een keer, maar twee keer (en soms zelfs drie keer) overkomt?
Arm lichaam
Dat komt omdat mensenkinderen zijn gaan denken dat hun hoofd alles beter weet. Ze weten wat er moet veranderen, maar het is een weten dat alleen in hun hersens zit en dat ze niet inademen, noch toelaten in de rest van hun lijf. Nu is het lichaam in onze samenleving, maar zeker ook in de christelijke traditie, een zwaar onderschat instrument geworden. Wat zeg ik, een veronachtzaamd instrument. Het moest eeuwenlang gekastijd en geminacht worden. Alles waar het om vroeg mocht het niet krijgen, om maar een sober en matig leven te kunnen leven. Om maar goed aan God te kunnen denken.
Maar dat is niet waarvoor we ons lichaam gekregen hebben. Het is geschapen om verwend te worden, om goed verzorgd te worden, om geolied te worden met zachte balsem. Wie met liefde wil leven, heeft ook zijn lichaam lief. Alleen wie zijn lichaam lief heeft, kan in geestelijk opzicht zacht worden. En alleen wie zacht is kan omgebogen worden naar het licht.
Alleen wie zacht is, kan omgebogen worden naar het licht
En die monniken dan, die zichzelf geselden en het uithielden op een dieet van sprinkhanen, om maar zo streng mogelijk te leven? Ja, die zijn er zeker geweest. Je moet me ook niet verkeerd verstaan en denken dat ik bedoel dat je je lichaam maar in alles zijn zin moet geven. Als je dat doet, zou je veel te zwaar kunnen worden, of dronken, of je loopt achter al je hartstochten aan te rennen en ook daar krijg je een heel vervelend leven van. Zoals wel vaker gaat het ook hier om een benedictijns alles met mate.
Zonder liefde gaat het niet
Wie zijn lichaam te weinig eert en er niet naar luistert, loopt het risico dat hij vanuit zijn hoofd gaat leven en zo de zachte maar voelbare signalen die het lijf afgeeft, niet meer opmerkt. Daar krijg je onoplettende mensen van, die pas ontwaken op de dag dat ze tegen de grenzen van hun eigen hoofd aanlopen. Ofwel door het keihard te stoten, ofwel doordat ze domweg stuklopen op wat ze allemaal overeind hebben proberen te houden op hun verstand.
Uiteindelijk kun je van feiten en woorden alleen niet leven. Het woord wil ook vlees worden. Als je dat tegenhoudt, krijg je pijn in je buik. Of ruzie. Of verdeeldheid. Waarheid wil incarneren. Ze wil ons binnen vallen, ons innerlijk omver werpen, steeds weer opnieuw beginnen met ons. Het verstand is eigenlijk vrij dom en heeft de Liefde nodig om dingen te gaan zeggen die ergens op slaan. Luisteren naar alleen het verstand zal je nergens brengen, althans niet op de plek waar de vreugde woont. Wie vol vreugde wil leven, luistert naar zijn lichaam. In deze vastenperiode lijkt dat een vreemd advies. Want ging het nu niet juist om een tijd van inkeer en wat minder eten en wat minder drinken en dat soort dingen? Zeker. Maar ook voor vasten geldt: alles met mate. Wie teveel vast, sterft. En dat is nooit de bedoeling geweest van Onzelieveheer.
Maria van Mierlo, geestelijk begeleider, publicist