Waar gaat het heen?
Waar moet het naar toe? 

In de organisatiekunde is de Abilene Paradox bekend. Een gezin gaat als uitje naar Abilene, een stadje in de VS. Een flink stuk rijden van huis. Nogal afzien. Eenmaal in Abilene is het vermaak beperkt en de vermoeidheid groot. De terugreis wordt relatief snel ondernomen om niet te laat thuis te zijn. Eenmaal thuis komt aarzelend het gesprek op gang. Bij nadere beschouwing wilde niemand echt naar Abilene. Het was de vrucht van een misverstand. Elk gezinslid meende dat de anderen het wilden. Ook omdat het uitje gebruik geworden was.
 
We doen dingen uit plichtsbesef. En menen de wensen en motieven van anderen te kennen. We checken niet. We nemen aan. En zo kabbelen wij voort. En dwalen we af. Tot we stilstaan en de vraag stellen. Is dit wat ik wil? Is dit wat wij willen?
 
Zo lijken we ook met de samenleving op reis te zijn gegaan. En nu we terugkeren uit Abilene, vragen we ons af, wie ook alweer over Abilene begonnen is. Wiens wens het was.
 
Er heerst een breed ongenoegen in de samenleving. Het gaat van onbehagen via onvrede naar woede. Dat is van alle tijden, zou je zeggen. Bovendien zijn we het gelukkigste volk van Europa. Probeer dat maar eens uit te leggen.
 
Wat begon als kleine tegenslag, als een vlekje in het tapijt, heeft zich uitgebreid. Het sociaal en cultureel planbureau stelt het keer op keer vast. Over ons eigen leven zijn we best tevreden: ‘met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht’ zeggen we in de volle breedte.
 
Ons land is niet ondergelopen (laat het water maar aan ons over) maar vastgelopen. We zijn met onszelf in de war geraakt. Hebben ons opgezadeld met tal van ingewikkeldheden. We hebben de ander uit het oog verloren en zijn ook zelf uit het oog geraakt.
 
Nu willen we de koers verleggen. Maar we zitten elkaar daarbij in de weg. We ruziën over de nieuwe bestemming, maar het meeste nog over de te volgen weg. We zijn de omgangsvormen kwijt waarin we onszelf en de ander kunnen verstaan.
 
Je zag het laatst heel mooi in het Vaticaan. Nu eens geen nieuwe encycliek van een paus die het goddelijk woord heeft verstaan. Nee, ronde tafels in een grote gewijde ruimte. Met als opdracht geen andere dan elkaar te begrijpen. Eerst maar eens elkaar verstaan.
 
De gedachte daarachter laat zich raden. De bestemming is de vraag niet. De vraag is hoe wij de weg gaan. Welke waarden we delen. Want de toekomt ligt in het heden. Dat je alvast doet, wat je zegt na te streven.
 
Niemand zonder huis of haard, niemand zonder honger of dorst. Vanuit de bemoedigende gedachte dat we zonder elkaar niet kunnen bestaan. We kibbelen alleen nog maar over de kleine dingen. Want de grote dingen hebben we van elkaar verstaan.
 
Harry Starren, auteur, spreker