Jeroen Hopster

Toeval, een onvoorziene filosofie

Uitgeverij Boom


Toeval


Jeroen Krabbé werd in een interview gevraagd over zijn ervaring als regisseur van het boek De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch. 


Jeroen Krabbé: ‘Ik wilde De ontdekking van de hemel verfilmen, maar wie durft er met Harry Mulisch te gaan praten? Ik niet, met mijn vier jaar mulo. Maar goed, ik ging naar hem toe en het enige wat ik tijdens het lezen van dat boek had bedacht, was hoe de hemel er visueel uit zou moeten zien. Namelijk: zoals een prent van Piranesi. Hij heeft volgens mij tachtig prenten gemaakt, ik had er eentje uitgekozen. En wat had Harry aan de muur hangen? Die ene prent. Jezus, wat een toeval, zei ik. Toeval bestaat niet, zei Harry. Toeval bestaat inderdaad niet. Intuïtie bestaat wel.’

Grappig toeval dat ik, net nu ik het boek ‘Toeval, een onvoorziene filosofie’ van Jeroen Hopster aan het lezen ben, deze anekdote over toeval lees in dit interview. Of toch niet? In zijn eerste hoofdstuk haalt Jeroen Hopster ene Leukippos aan: ‘Niets gebeurt zomaar, maar er is een reden en noodzaak voor alles.’


Dat gaat Jeroen Hopster onderzoeken in zijn boek en dat doet hij grondig, en, zeer toegankelijk geschreven voor lezers. Om dan met de 6 grondbetekenissen te beginnen van toeval:


Existentieel toeval: ‘toevallig’ is dat wat zomaar gebeurt, wat zich spontaan voordoet, of het lot dat ons overkomt, zonder dat daar een reden, bedoeling of ontwerp achter schuilgaat.


Accidenteel toeval: ‘toevallig’ is dat wat per ongeluk gebeurt, of dat wat bijkomstig is aan een situatie, niet behorend tot de essentie ervan.


Toeval als contingentie: ‘toevallig’ is een wankele oorzakelijke reeks, waarvan het resultaat met gemak anders had kunnen uitvallen.


Toeval als coïncidentie: ‘toevallig’ is een ongepland samenvallen van gebeurtenissen dat als opzienbarend of betekenisvol wordt ervaren.


Statistisch toeval: ‘toevallig’ is dat wat zich nestelt in de staart van de kansverdeling: de uitzondering, de onwaarschijnlijkheid.


Probahilistisch toeval: ‘toevallig’ is dat wat alleen kanstheoretisch of statistisch kan worden verklaard (een deterministische verklaring volstaat niet).


Helpt dat nou, die onderverdeling? Jazeker. Vooral als we het idee van toeval overlaten aan iets dat allemaal buiten ons handelen plaatsvindt en aan ons wordt ‘opgedrongen’. Zoals Spinoza hier wordt aangehaald: ‘Wat wij “toeval” noemen is het toevluchtsoord der onwetendheid’ - hoewel je je kunt afvragen of Spinoza in zijn denken zo ver is gegaan om het goddelijke ook te ontkennen als toevalligheid. Met andere woorden, kunnen we toeval compleet toeschrijven aan logica? Jeroen Hopster schrijft: ‘Anders gesteld: onze werkelijkheid herbergt een element van onbestendigheid en onvoorspelbaarheid, dat niet in wetten te vangen is.’ 


Via de wetenschap is natuurlijk veel meer kennis over de logische volgorde der dingen gekomen, en tegelijkertijd is er veel verwarring ontstaan, want hoe logisch is de kwantummechanica? ‘We kunnen de kans beschrijven dat kwantumdeeltjes zich op een bepaalde manier gedragen, maar daarover geen zekerheid geven. Die onzekerheid is geen gevolg van menselijke onwetendheid, maar wezenlijk aan de werkelijkheid op microfysisch niveau.’ Daar waar Albert Einstein ooit nog beweerde dat God niet dobbelt, blijkt ‘God’ wel degelijk iets te doen wat wij logisch niet kunnen volgen. 


Ik las eerder - als Boek van de Week - het boek van Bernardo Kastrup ‘Waarom mythen geen onzin zijn’ en dat verder ingaat op het onwaarschijnlijke waarschijnlijke. Als wetenschapper betrokken geweest bij CERN weet Kastrup van kwantumfysica is hij overtuigd van een werkelijkheid die het idee van toeval een andere richting geeft. ‘Een groter bewustzijn, een opgaan in een kosmisch bewustzijn, dat zelfs een eigen ritme en zin heeft, is hoopvol: we zijn niet alleen. Sterker nog, alles heeft zin en betekenis. Het is de werkelijkheid achter deze zichtbare werkelijkheid.’ 


Zover gaat Jeroen Hopster niet in zijn boek, hoewel hij rekening houdt met het onverklaarbare toeval: ‘Onvoorspelbaarheid komt niet voort uit een menselijk kentekort, maar zit ingebakken in de werkelijkheid zelf. Oftewel: probabilistisch toeval bestaat objectief.’ De werkelijkheid zoals we die kunnen zien en detecteren bestaat, maar kan nooit volledig verklaard worden. Grappig dus hoe Niels Bohr dan heeft gereageerd op dat dobbel-idee van Einstein: ‘Schei uit om God de wet voor te schrijven’. 


De werkelijkheid en het toeval, of de toevalligheden. Het is maar waar je naar kijkt dan. Bernardo Kastrup heeft het over een cockpit van een vliegtuig. We kunnen kijken naar de meters om te zien hoe hoog we zijn, hoe we vliegen etc., maar de werkelijkheid is buiten die cockpit. Hoe toevallig is ons leven dan hier? Jeroen Hopster neemt ons dan mee naar de toevalligheid van de natuurkunde en dan met name van de bevruchting. ‘Het geheel van de genetische mogelijkheden dat één enkele bevruchting zou kunnen realiseren, volstaat om 9000 versies van onze planeet met genetisch verschillende mensen te bevolken. Maar er is slechts ‘één genetisch uniek individu dat zich daadwerkelijk uit die bevruchte eicel ontwikkelt.’ 


Goed, even een stap achteruit nu. Niet alle toevalligheden kunnen herleid worden tot iets dat ergens achter de schermen bedacht wordt. Er is ‘dom toeval’ en ‘slim toeval’ schrijft Jeroen Hopster. Onder dom toeval schaart hij dan ook het idee van synchroniciteit dan door Carl Jung ter sprake is gebracht. Twee dingen die toevallig bij elkaar komen, kan niet toevallig zijn, maar is een verband. ‘Toevallige gebeurtenissen vinden nu eenmaal plaats, zonder reden, en veel frequenter dan menigeen denkt.’ 


In zijn boek noemt Jeroen Hopster dan vijf toevalswetten die ons helpen toeval beter te begrijpen:


Eerste Toevalswet: Toeval heeft verschillende verschijningsvormen en de term ‘toeval’ heeft verschillende betekenissen.

Tweede Toevalswet: De giften van het toeval zijn het bruikbaarst in samenspel met noodzaak, sturing, intentie en intelligentie.

Derde Toevalswet: Toeval is een morele kracht van betekenis.

Vierde Toevalswet: Maak het toeval niet te klein, maar ook niet te groot.

Vijfde Toevalswet: Toeval keert altijd terug.


Deze toevalswetten zijn op zich al genoeg goede gesprekken te voeren, en vooral de tweede toevalswet zou beter gebruikt kunnen worden om schijnbare toevalligheden beter te duiden. In het hoofdstuk ‘Toeval evolueert’ ten slotte hier nog de drie kwaliteiten van toeval, mooie kwaliteiten zelfs.

* De creatieve kracht van slim toeval. Het toevallig ontdekken, de serendipiteit, een intellectuele doorbraak.

* De eerlijkheid van het toeval. Toeval is onbevooroordeeld, het helpt om gelijke kansen te creëren.

* De spanning die toeval oproept. Toeval is ook ontregelend namelijk en bevrijdend. Het breekt met voorspelbare uitkomsten. ‘We bespelen het toeval, maar het bespeelt ons ook.’ 


Jeroen Hopster heeft een boeiend, uitgebreid, diepgaand en toch een zeer leesbaar boek geschreven, ook voor de toevallige lezer die weinig weet van al het toeval dat ons omringt. 

Aan het eind van het interview met Jeroen Krabbé refereert hij aan 8 schilderijen die hij gemaakt heeft over zijn eigen leven. Jeroen Krabbé: “Maar het leuke aan ouder worden is dat je kunt terugkijken. Dat eerste schilderij van de acht, die filmster die ik rechts op het doek heb geschilderd, dat is allemaal uitgekomen. Alles is uitgekomen wat ik als jongetje van 6 heb bedacht. Dat vind ik ontroerend.’


Interviewer: Ziet u dat als het resultaat van dat Zwitserse uurwerk aan discipline, of is het iets anders?

Jeroen Krabbé: ‘Toeval bestaat niet, vraag dat maar aan Mulisch.'

Ron van Es

Koop het boek hier 

Lees ook deze Boeken van de Week eens

Leer denken als een filosoof - 12 essentiële principes voor mentale weerbaarheid -  

Julian Baggini

Het omgekeerde is óók waar, 81 ideeën die je perspectief veranderen - Ebel Kemeling 

Wat doe jij met je leven? - Jiddu Krishnamurti