Je werknemers zijn je familieleden
In een open brief op LinkedIn heeft Bob Chapman, CEO van Barry-Wehmiller, eens fenomenaal gereageerd op de bijna 200 grote bedrijven die zich verzameld hebben in de Business Roundtable.
In hun ‘Statement on the Purpose of a Corporation’ beloofden zij namelijk: ‘Elk van onze stakeholders is essentieel. Wij verbinden ons ertoe om waarde te leveren aan hen allemaal, voor het toekomstige succes van onze bedrijven, onze gemeenschappen en ons land.’
Dus niet langer de investeerder, de shareholder bepaalt richting en purpose van het bedrijf, maar alle stakeholders. Geen winstmaximalisatie, maar zorg voor planeet, community, medewerkers, klanten (zijn onze producten wel gezond eigenlijk?), toeleveranciers, etc.
Het bericht van Business Roundtable werd met gejuich ontvangen. Eindelijk zien ook de grote bedrijven het belang van wereld, samenleving en elkaar. En tegelijk kwamen de vragen. Echt waar? Hoe dan?
In een artikel in Harvard Business Review reageerde Andrew Winston daarop met de titel ‘Is the Business Roundtable Statement Just Empty Rhetoric?’ Is het kapitalistisch idee van het terecht van de rijksten dan nu echt doorbroken, of is het slechts mooipraterij? Is het links lullen en rechts de zakken vullen? Andrew Winston houdt de hoop op een echte verandering levend door te eindigen met: ‘‘Laten we deze bedrijven dus vooral aan hun woorden houden, als werknemers, klanten, leden van de gemeenschap en aandeelhouders. Laten we eisen dat ze echt langetermijndenken omarmen en vechten voor beleid dat een bloeiende wereld mogelijk maakt. Anders is het alleen maar holle retoriek.’
Bob Chapman voegde zich dus ook in die rij van kritische vragenstellers, maar hij stroopte ook de mouwen op. Ok, ik heb jullie gelezen, maar hoe gaan we dit samen voor elkaar krijgen?
Als CEO van Barry-Wehmiller, een capital equipment provider met een omzet van 3 miljard, heeft hij 20 jaar geleden voor hetzelfde dilemma gestaan. Toen was de vraag of hij mensen tijdens een recessie allemaal binnenboord kon houden. Een beetje grootbedrijf laat dan in tijden van nood werknemers ontslaan, maar niet Bob Chapman. Hij vroeg zich af wie zijn werknemers voor hem zijn? Om dan met een antwoord te komen. Ze zijn mijn familie.
In zijn open brief aan zijn collega’s schrijft hij dan ook: ‘Als je naar een spreadsheet met personeel kijkt, is het makkelijk om de menselijkheid in elke naam te negeren. Ze kunnen makkelijk gezien worden als nummers op een pagina die kunnen worden verminderd of verwijderd als de aandelenkoers daalt. Toen ik op de business school zat, werd mij geleerd om mensen te zien als functies en objecten voor mijn eigen financiële succes, of dat van het bedrijf. Maar dat is niet de realiteit. Johnny is niet zomaar een lasser en Sally is niet zomaar een ingenieur. Ze zijn dochters, zonen, broers en zussen, echtgenoten of ouders met hoop, dromen en verantwoordelijkheden.’
Familie. Geen medewerkers op papier. Geen assets. Geen noodzakelijke kosten. Familie. Mensen met een verleden, heden en toekomst. ‘Als leider is het jouw verantwoordelijkheid om voor hen te zorgen als voor iemands kostbare kind, wiens leven aan jou is toevertrouwd om 40 uur of meer per week te beheren.’
Bob Chapman eindigt zijn open brief met deze woorden: ‘I wish you well on the journey to come because it is the path by which we build a better world.’
Ron van Es, hoofdredacteur van Optimist Magazine Online