Je hart is geen pomp, maar wat dan wel?
Februari is de maand van Valentijn, hartjes en dure bloemen. Hartjes symboliseren echte liefde, nog steeds, ook als je zegt dat je hart bloedt voor iemand.
Of in de smeekbede don’t break my heart.
Of zoals Neil Young een halve eeuw geleden zong: I am searching for a heart of gold.
Tegenwoordig denk ik: zoek eens in je eigen borstkas.
Voel je je hart kloppen? Het is goed voor je om je hartslag te voelen, op zoveel mogelijk plekken in je lichaam. Dat integreert, zeggen psychologen. Ik noem dat: het maakt een kloppend geheel van je. Je hart zegt eigenlijk voortdurend: ik ben, ik ben, ik ben... Een diepe geruststelling.
Hoe kreeg het symbool van de liefde die hart-vorm? Dat weten we niet, het gebeurde in de Middeleeuwen en misschien was het een gestileerde damesboezem, waarachter een hart smachtend klopte. Maar ons hart van vlees en bloed ziet er toch wel anders uit.
Kijk maar eens naar dit bijzondere filmpje van de anatoom/rolfer/theoloog Gil Hedley.
Het hart is een soort draaikolk van weefsel die het bloed doet spiralen door onze aderen. Het hart verfrist en verjongt het bloed, zegt Hedly. Het hart is geen pomp.
Dat zegt ook de antroposofische arts Thomas Cowan in zijn interessante boek Human Heart, Cosmic Heart.
Geen pomp zou de bloedsomloop voor elkaar kunnen krijgen, schrijft hij, alleen al omdat het bloed eventjes stopt met stromen in de haarvaten. Het bloed schommelt daar een beetje heen en weer en stroomt dan weer omhoog door de aderen, gedragen door een opwaartse kracht.
Hoe dan?
Cowan legt uit: de bloedvaten zijn bekleed met water in de vierde fase, ook wel genoemd ‘gestructureerd water’ en de spanning tussen deze bekleding en het water in het bloed dat erdoorheen spiraalt, zorgt voor de beweging.
De opwaartse kracht wordt versterkt door zonlicht, aarde-energie en de infrarode straling afkomstig van andere levende wezens. “Like all living systems, we are powered by the Earth and sun.”
Kortom: buiten zijn, aarden, en contact met andere mensen, dat is allemaal goed voor je hart. (Roomboter trouwens ook, volgens Cowan. Komt dat even goed uit...)
Cowan denkt dat we spreken van een hart van goud, omdat een gezond hart de goudsporen in ons bloed transformeert tot wat hij noemt ‘kosmisch goud’, dat de basis is van al het leven.
Ons hart bevat de essentie van onszelf, ons ware zelf, daarom wijzen we op ons hart als we een ‘dit ben ik’-gebaar willen maken. Niemand wil horen: “Ik hou van je met heel mijn brein,” of “met heel mijn geslachtsdelen,” merkt Cowan op. Het hart is het symbool van liefde omdat wij ons hart zijn.
Het hart is een transformator, het verandert een aardse ervaring in een spirituele kwaliteit. Dat zei de Indiase wijsgeer Osho ook al: “Drink misère in, en die wordt omgezet in gelukzaligheid.”
In de boeddhistische oefening tonglen adem je het lijden van de wereld in je hart, en je ademt vrede, vreugde en liefde uit.
Je hoeft niet bang te zijn dat dit slecht zou zijn voor je hart, integendeel – je hart is groot genoeg voor alle pijn. Je hart maakt er liefde van, wijsheid, kracht, compassie.
Ik zeg het tegen de cliënten in mijn rebalancing praktijk: open je hart voor de pijn, ook die van jezelf. Voor verdriet, boosheid, angst die opgeslagen liggen in je lichaam.
Zet je hart ervoor open, met een daad van verbeeldingskracht. Je wéét dat alles in je lichaam met elkaar verbonden is, met bloedvaten en bindweefsel, zenuwen, spieren en pezen. Stel je voor dat je hart uitreikt naar je schouders, naar je middenrif, je onderbuik, je onderrug, overal waar je gespannen bent of pijn voelt. Stel je voor dat je al die oude pijn absorbeert in je hart.
Laat je hart openbreken. Misschien voel je zelfs een soort branderigheid, bijna een kramp. Volgens Osho betekent dat gevoel dat je spirituele hart opengaat.Hij zei erbij: als je bezorgd bent, ga je natuurlijk naar de dokter, maar als er niks mis blijkt te zijn met je hart is er hoogstwaarschijnlijk een spiritueel proces aan de gang.
Want vanuit een hart dat openbreekt, komt een onuitputtelijke stroom van warmte, begrip, steun en sterkte tevoorschijn die de pijn omspoelt, omarmt, verwarmt, verzacht en transformeert.
De stroom is onuitputtelijk, omdat ons hart de doorgang is naar het leven zelf.
Ons hart maakt van pijn, een typisch aardse ervaring, een spirituele kwaliteit: compassie. En andersom: ons hart maakt van hemelse liefde een aardse werkelijkheid.
Wat een ontzagwekkend wonder.
Iedereen alvast hartelijke Valentijn.
Lisette Thooft, rebalancer, schrijfster