Govert Derix
Hyperfilosofie - op zoek naar wijsheid in onwijze tijden
Uitgeverij Magonia
Ik weet niet hoe jij non-fictie boeken leest, maar ik heb nogal de neiging om elk boek door te hoppen. Soms begin ik middenin, vaker ook begin ik bij het eind om daarna door te gaan naar het begin. Bij het lezen van Hyperfilosofie raad ik je aan om gewoon bij het begin te beginnen. Niet dat het boek je niet zou uitnodigen om het toch door te hoppen - het zijn in totaal 118 losse stukken, dus het is hoppenswaardig - maar om eerst de rode draad te pakken te krijgen is het verstandig om bij het begin te beginnen.
Govert Derix is een schrijver, naast filosoof, die zo'n unieke manier van schrijven heeft dat je al snel die rode draad mis zou grijpen, en dat is meer dan jammer. Zijn begin, het idee en begrip van Hyperfilosofie, is een intensieve kijk op de actualiteit. We zijn nogal wat jaren gevorderd in de geschiedenis van het mensdom dat alle losse ideeën over filosofie en hoe we ons als mens kunnen manifesteren onvoldoende zijn om deze hectische samenleving te kunnen duiden of zelfs verdragen.
"Nieuwe woorden om het oude tussen duim en wijsvinger omhoog te houden als bewijs van leven, jouw leven, ons leven."
Hoe kunnen we een compleet beeld krijgen van ons? Waar gaan we heen, wat moeten we laten, wat willen we nog en vooral wat is (nog) mogelijk? Govert Derix schrijft op het eind: "Toen Hyperfilosofie in acht dagen was ontstaan, wist ik niet wat ervan te denken. Ik liet het een filosoof lezen. Die was enthousiast, maar zei dat ik het beter door een dichter kon laten beoordelen. Een dichter bleek enthousiast, en zei dat ik het beter door een filosoof kon laten beoordelen."
En daar zitten we dan, lezers, met een boek met 118 hoofdstukken Hyperfilosofie. Hoofdstukken met een rijke beeldende taal, vol met verwijzingen naar oude en nieuwe ideeën, en vooral een andere rode draad om ons leven in het hier en nu te duiden.
Wat begint als eerste zin in hoofdstuk 1: "Er is een moment dat we onze kaarten op tafel moeten leggen en dat moment is nu", eindigt met de laatste zin in hoofdstuk 118: "Daarin meespelen is onze liefde, daaraan toegeven onze wijsheid, blijven hyperen ons geloof en enthousiasme."
Het is een ongelooflijk rijk boek, dat Hyperfilosofie dat je, los van te beginnen bij het begin, eigenlijk langzaam moet lezen. Elke dag een hoofdstuk zou mijn devies zijn. Dan de rest van de dag kauwen op dat wat je gelezen hebt. Even in je hersenpan leggen om het daar te laten sudderen. Daarna in je hart meenemen om te voelen waar het klopt. Om dan al hyperend je weg te vervolgen.
"Heel de wereld een spel van achterdeuren en omkeringen en hyperfilosofie de kunst om hierin wegen te vinden, omkeringen om te keren, achterdeuren open te trappen en door de vele kamers van de cultuur naar voordeuren te stormen en ook die open te trappen."
- Ron van Es
Lees vooral het interview met Govert Derix hieronder.
In gesprek met Govert Derix over zijn nieuwe boek Hyperfilosofie.
Koortsachtig optimistisch. Zo zou je Hyperfilosofie van Govert Derix kunnen typeren. Maar voor hetzelfde geld is het geschrift ‘bevrijdend pessimistisch’ te noemen. Wat is dit voor een boek? Optimist Magazine legde de vraag voor aan de schrijver en raakte verzeild in een hypergesprek.
Wat is dit voor een boek?
‘Hyperfilosofie is een ontdekkingsreis naar wat filosofie in onze tijd nog kan en moet.’
Je schrijft ergens dat we leven in de hypertijd...
‘Klopt. Onze leefwereld is zo complex en de problemen zo veelkoppig dat velen het liefst de kop in het zand steken. Als je écht probeert te bevatten wat de mensheid op dit blauwe bolletje allemaal voor de kiezen krijgt en hoe klein de kansen lijken om een en ander nog in goede banen te leiden, dan krijg je het Spaans benauwd. Je gaat er van hyperen. Hyperfilosofie onderzoekt dat hyperen en ontdekt dat de gemoedstoestand van het hyperen zelf een lichtpuntje kan zijn.’
Als we allemaal gaan hyperen komt het goed?
‘Dat is niet uitgesloten. Het is een alternatief scenario dat tussen de regels door zindert.’
‘Het leek wel alsof dat fabuleuze uitzicht mijn zware gedachten licht maakte.’
Hoe kwam je op dit idee?
‘Ik speelde al langer met de gedachte om mijn persoonlijke filosofie op papier te zetten, maar was bang dat het een taai en langdradig verhaal zou worden. Ik ben van nature geen uitsteller, maar dit bleef ik maar uitstellen. Totdat mijn zoon mij uitdaagde mijn visie op de wereld van nu op schrift te stellen. Even later was ik in Genua en Turijn. In Genua keek mijn werktafel uit over de Middellandse Zee. Het leek wel alsof dat fabuleuze uitzicht mijn zware gedachten licht maakte. Op een ochtend klapte ik mijn laptop open en begon te tikken. Korte staccato-achtige zinnen. Stellingen. Een zoektocht naar wijsheid in onwijze tijden.’
Wat is de kern van die wijsheid?
‘Dat we het hyperen serieus moeten nemen én er de spot mee moeten drijven. De hypertijd is een zotte tijd. Hyper heeft vele betekenissen. Eén betekenis is die van “boven”. De hyperfilosoof hangt als een bromvlieg boven onze tijd en probeert te overzien en te doorzien wat er in essentie aan de hand is en of mensen überhaupt bij machte zijn daar nog iets aan te veranderen. De geschiedenis voltrekt zich boven onze hoofden en gróéit ons boven het hoofd.’
Een pessimistische gedachte...
‘...die een optimistische glans kan krijgen als je tot het uiterste hypert.’
Mens, durf te hyperen?
‘Dat is de oproep die opstijgt uit deze tekst.’
Dat zou zomaar de titel kunnen zijn van een avondvullende voorstelling of roadshow.
‘Goed idee! Kijk: dat gebeurt er als je hypert. Ideeën ontstaan. Het gaat stromen. Juist in onze tijd, waarin er onnoemelijk veel alle kanten uitstroomt, is het wezenlijk dat we zelf durven stromen. Hyperfilosofie is daarvan een proeve.’
‘Je zou kunnen zeggen dat hyperfilosoferen de extreemste vorm is van zelfreflectie.’
Je schreef het boek in een hypertoestand?
‘In mijn roman Het onmogelijke manuscript laat ik een personage zeggen dat het een misverstand is om te denken dat filosofen de hele dag diep en ernstig denken. Niets is minder waar. Denken overkomt je. Het voltrekt zich. Hyperfilosofie voegt de daad bij dit woord. Ik ging zitten en de hyperfilosofische gedachten ontstonden als het ware vanzelf. Je zou kunnen zeggen dat hyperfilosoferen de extreemste vorm is van zelfreflectie. Of is “vanzelfreflectie” hiervoor een beter woord?’
Je had er toch al langer op gebroed?
‘Jazeker. Maar de vorm en samenhang zijn nieuw en waren ook voor mijzelf een verrassing.’
Klinkt alsof je een medium was. Of is dat vloeken in de filosofische kerk?
‘Filosofie lééft bij de gratie van vloeken in de eigen kerk. In het boek wordt af en toe dan ook stevig gefoeterd.’
Heb je een voorbeeld?
‘Ooit waren waarheid en vreugde innig met elkaar verbonden. Kenmerk van ware kennis was dat het leidde tot jubel. Dat is tegenwoordig een vrijwel ondenkbare gedachte. Hyperfilosofie haalt hem onder het stof van eeuwen vandaan. En vraagt of we de ontsporing van onze beschavingen zodanig kunnen doorgronden dat er een gevoel van vreugde ontstaat.’
Dat we blij zijn met onze ondergang?
‘De onvermijdelijkheid van ons einde onder ogen zien. Als je dat echt probeert te doen, individueel, maatschappelijk, wetenschappelijk, religieus, sociaaleconomisch en vooral ook politiek en bestuurlijk... als je dat echt allemaal tot je laat doordringen, gaat er een ander licht schijnen.’
Vertel!
‘Hyperfilosofie richt zich tot een kosmisch publiek. Stel dat wij als mensheid en planeet verantwoording moeten afleggen aan wat ik “het volk op de kosmische tribune” noem: buitenaardse beschavingen die het gelukt is om door de flessenhals van zelfvernietiging heen te gaan. Wat zou dan ons verhaal zijn? De hyperfilosoof vertelt dat verhaal. Waarachtig en naar eer en geweten.’
‘In het licht van de reële bedreigingen is hyperen eerlijk en gezond.’
En op zeer persoonlijke wijze.
‘Exact. Hyperfilosofie is persoonlijk, zoals hyperen een uiterst persoonlijke zaak is.’
Verweef je daarom autobiografische elementen in het boek? Je hebt het bijvoorbeeld over je eerste puberale stappen op het pad van de filosofie. En je laat zien dat het geen toeval kan zijn dat Nietzsche zijn idee van de dood van God ontwikkelde in Turijn, op een steenworp afstand van de Turijnse Lijkwade in de Duomo.
‘En ik steek in Turijn de Ponte Vittorio Emanuele II over die Nietzsche de “brug voorbij goed en kwaad” noemde. Hyperfilosofie is inderdaad een levensfilosofie waarin algemene inzichten en persoonlijke ervaringen door elkaar lopen, net als in het echte leven.’
Misschien is het ook een persoonlijke overlevensfilosofie van iemand die het hyperen omarmt als wijze om het leven lief te hebben?
‘Het boek heeft vele gezichten. Het is ook uitgesproken politiek. De vraag “Waarom zijn wij op aarde?” moet in onze tijd steeds meer luiden: “Hoe kunnen wij op en met deze aarde overleven?” Dat kun je zwaar opvatten. Maar je kunt het ook beleven als een blijde boodschap. Hyperfilosofie onderzoekt de mogelijkheid van een poëtische politiek. Poëtische politiek is eigenlijke politiek. Ze gaat niet zozeer over de volgende verkiezingen en de verdeling van de macht, maar over de vraag wat we er samen in de wereld van willen en kunnen en ten diepste misschien ook van moeten maken.’
Moet er in de Tweede Kamer gehyperd worden?
‘Dat gebeurt al. Politiek zou ermee geholpen zijn als men het eigen hyperkarakter zou doorzien en meer zou durven hyperen.’
Niets zo ergerlijk en zorgwekkend als bestuurders die oog in oog met de vele ontsporingen – natuur, polarisatie, welvaartverdeling, geopolitiek – kalm blijven...
‘In het licht van de reële bedreigingen is hyperen eerlijk en gezond.’
Wat maakt onze tijd onwijs?
‘Ik gebruik het woord “onwijs” in ten minste twee betekenissen. Gebrek aan wijsheid maakt onze tijd onwijs. Het inzicht in die onwijsheid maakt hyperig en kan tot nieuwe wijsheden leiden. Uit die onwijs gave gewaarwording is hyperfilosofie geboren.’
Willen we wel op zoek naar wijsheid?
‘Een wijze vraag... waar ook de hyperfilosofie niet omheen kan. Onze tijd zou de meest wijze kunnen zijn, en toch is ze het niet. Of is dát inzicht de grootste wijsheid, een hypervariant op de geleerde onwetendheid (ik weet dat ik niks weet) van Socrates?’
Terug naar het idee van een hypervoorstelling. Voel je daar voor?
‘De hyperfilosoof staat overal voor open, ook voor een hypershow. Zou best kunnen dat elke sessie totaal anders uitpakt, geheel in de geest van het hyperen. Hyperen moet je niet willen temmen. Je moet het laten gebeuren en ontdekken dat in het gevaarlijke en onvoorspelbare het plezier en de redding te vinden zijn.’
Wordt hyperen een hype?
‘Ik hou mijn hart vast.’
Het interview werd overgenomen uit Optimist Magazine.