Dag Hilde,

Je schreef me al dat het idee van een kompas in je je leven je aansprak. Mijn eerste boek heeft als ondertitel ‘je instinct als kompas’, dus heb ook iets met het woord. Even je boek ‘Get your guts’ opgezocht, waar je ook over schrijft: ‘Het leven kan mooi, maar ook vol risico's en soms wreed zijn. We kunnen niet altijd kiezen wat onze weg kruist. Toch is het vaak mogelijk om lichter, speelser, creatiever en eenvoudiger met het leven om te gaan.’


Het leven kan mooi zijn, maar ook wreed. Dat maakt het pad dat we gaan ook onvoorspelbaar. Iets dat we in het westen maar moeilijk kunnen aangaan. Liefst hebben we alles verzekerd, tot de dood, en over de dood spreken we liever niet. Ik weet dat jij leerling bent van de boeddhistisch leraar Tulku Lobsang Rinpoche, die ik eens hoorde zeggen, of eigenlijk de grap hoorde maken tegen een zaal vol met Nederlanders: ‘Jullie moeten haast maken om iets van je leven te maken, ik heb de tijd.’ Hij bedoelde natuurlijk dat de dood voor hem niet het einde is, er is een terugkeer, in welke vorm dan ook. 


Dat haast maken er iets van te maken herken ik wel om mij heen. De stip op de horizon, uit alle macht je talenten benutten, er alles uithalen. En dan liefst zo geriefelijk en voorspelbaar mogelijk. Verzekerd tegen alle stormschade. En aan het eind willen we niet dood, want dan houdt alles op. 


Eigenlijk, als ik dit zo aan je schrijf, word ik er verdrietig van, want al het leven dat we leven staat zo onder enorme druk. Leven is de hype zelf die we ervan hebben gecreëerd. Hoe komen we dan met ons innerlijk kompas, of ons kompas als instinct zoals jij schrijft, hier vandaan? Hoe komen we in een vaarwater dat recht doet aan het leven van ons en het Leven waarin we leven? 


Hartelijke groet,

Ron


Lieve Ron,


Dank voor je woorden. Je resoneert in me, omdat ik dit ook geregeld kan ervaren. Het leven is zo complex geworden, dat de weg terug naar eenvoud zo lastig lijkt. En dit terwijl ik in alles voel dat het de enige uitweg is; terug naar eenvoud. En ik ben benieuwd of je het herkent dat het zou makkelijk is om dit te zeggen, maar doen blijft lastig, ondanks dat je het weet. We zijn toch best onvermogende, hardleerse of misschien beter zoekende mensjes. Het is soms hard werken om in het oog van de storm te blijven staan. 


Wat een prachtige zin “het leven is de hype zelf die we ervan hebben gecreëerd”.  Dat is zo waar. Het doet me denken aan wat Tulku Lobsang laatst zei: “ We create so many problems, while we don’t realise life itself is already complicated enough.” Hierbij verwijst hij ook naar het gegeven van sterfelijkheid, het bewustzijn hiervan en het ervaren van pijn die hoort bij het leven. Het bewustzijn van die dingen waar we geen invloed op hebben is  al uitdaging genoeg. We zijn als mensheid een groep lotgenoten van stervenden in the end en met dit besef zouden we elkaar beter kunnen vasthouden dan bestrijden denk ik wel eens.


Wat me zo kan treffen is wat je schrijft over “En aan het eind willen we niet dood, want dan houdt alles op.” Het is wonderlijk dat  we als mensen zoveel moeite doen om niet dood te gaan, terwijl we net zo bang zijn om werkelijk te leven. Dus we willen niet dood, maar ook vaak niet leven, met alle condities die horen bij leven, de mooie dingen, maar ook de pijn.


De eerste stap naar ons eigen vaarwater is voor mijn gevoel ons eigen lichaam, zonder lichaam is er immers voor ons geen leven.  Ik kan me een interview herinneren met een Maori-leider die zich verwonderde over westerlingen, omdat ze als ze de natuur in willen ‘altijd naar en bos of berg willen’ of iets dergelijke om te wandelen, terwijl ze zich niet realiseren dat als je je handen op je hart en buik legt, je al in contact bent met de natuur. Het is zoveel dichterbij dan we denken en zeker niet buiten onszelf.

En natuurlijk kom je dan een eerste hobbel tegen; ongemak, pijn, niet weten hoe met je lichaam om te gaan onmacht enzovoorts. Ik verbaas me altijd dat dit geen vak op school is: hoe werkt het lichaam , hoe werken emoties en gevoelens en hoe ga je hiermee om. Vanuit het lichaam kun je echter ook de kwetsbaarheid voelen en hier vanuit de compassie voor medemensen, die net zo kwetsbaar zijn. En dat is hard nodig in deze wereld. Dat we de waarde van het leven echt gaan zien.


Soms kan ik optimistisch zijn, omdat er zoveel mensen zijn die het anders willen, maar soms overvalt met het gevoel van onmacht, omdat de vertaalslag van zeggen naar doen zo lastig is. Op individueel niveau, maar ook collectief. Als ik naar de wereld van vandaag kijk vraag ik me wel eens af of we nou eigenlijk wel echt lerende wezens zijn. Wat is ervoor nodig dat er echt dingen veranderen. Hoe kijk jij hiernaar?


Warme groet Hilde 


Dag Hilde,


Je schrijft:  ‘Wat is ervoor nodig dat er echt dingen veranderen?’ Een terechte vraag en waarschijnlijk ons mens-eigen, want verandering moet altijd tijdens ons leven plaatsvinden. Als je op de lange tijdlijn kijkt van deze planeet, ook de tijden waar wij er nog helemaal niet waren, dan is die verandering natuurlijk enorm. Misschien willen we te snel. En vooral te snel oplossen. 


Je sprak over een Maori, en als ik iets begrijp van deze mensen, dan is het dat verandering helemaal niet nodig is. We zullen alleen onze blik op verandering moeten wijzigen. Net als de opmerking van sommige impact ondernemers die ‘het goede willen voor een betere planeet’, of ‘de planeet beter willen achterlaten’ na hun dood. 


De planeet is al helemaal goed, alleen ons gedrag verstoort het. Als dan ons gedrag moet veranderen, en daar ben ik het met je over eens, dat is hardnekkig egocentrisch, dan is stilstaan de beste manier om te veranderen. 


Eerst diep luisteren. Luisteren als we in de natuur zijn. Niet een berg willen beklimmen, of een lange afstandspad met succes lopen, maar luisteren door stil te staan. 


Luisteren in de gesprekken die je voert. Ik denk aan de onlangs overleden Afrikaanse filosoof Paulin Hountondji, die in de gesprekken die hij voerde vooral luisterde. 


Ondanks zijn roem, zegt Michael Eze, vriend en filosoof, in een artikel in NRC, bleef Hountondji altijd een buitengewoon bescheiden mens, die in privégesprekken beleefd en aandachtig naar zijn gesprekspartners luisterde en zelf maar weinig sprak: „Ik sprak niet alleen maar met hem als een wetenschapper, maar respecteerde hem ook als een soort vaderfiguur. Voor mij is hij een wijze.”


En vooral luisteren naar onszelf. Ons lichaam, onze innerlijke stem, en ja, ons kompas. Dat is geen passieve houding, maar een actieve, echter niet gericht op het fixen, gericht op het behalen van iets, niet gericht op een snelle verandering. 


Hoe werkt dat voor jou?


Hartelijks

Ron


Lieve Ron,


Ik heb even de tijd genomen om je woorden te laten resoneren. Voor mij werkt het zoals je beschrijft en prachtig je link naar Hountondji.


De tibetaanse leermeester Tulku Lobsang Rinpoche benoemt ook wat jij zegt, dat we onze blik op verandering moeten wijzigen. Hij geeft 4 perspectieven op het leven die  mij altijd enorm helpen als kompas.

  1. Zien dat het leven zelf kostbaar is
  2. Vergankelijkheid - Verandering is een (gegeven) natuurkracht
  3. Lijden is een onderdeel van leven
  4. Dood is onvermijdelijk


Dit stript het leven tot aan de essentie. Het klinkt overigens makkelijker dan het is, maar ik voel ook wanneer ik me hier mee kan verhouden, het leven me minder verrast. Het zijn levenswijsheden die ik ook ben tegengekomen in de periode dat ik ernstig ziek was 4 jaar geleden.


Mooi hoe Michael Eze spreekt over Houndondji. Een wijze heeft levenservaring, geleerd van het leven, of zoals de boeddhisten zeggen: Wisdom is knowledge without learning. En niet alle wetenschappers die veel kennis hebben zou je als wijze mensen betitelen. Mijn eigen mentoren waar ik veel van heb geleerd waren ook (levens-)wijze mensen die goed konden luisteren en spreken wanneer dat nodig was. 


Ik kom er steeds meer achter dat luisteren naar onszelf zoveel meer inhoudt dan even een momentje stilstaan. Ik ziet het net als jij als een actieve houding en niet vanuit ‘het doen’, maar het volledig aanwezig durven zijn, het ontvankelijk zijn voor het leven en in je eigen diepte durven kijken. 

Deze week gaf ik les aan een groep mensen en iedere keer weer zie ik, wanneer mensen durven vertragen, verzachten en verstillen, hoe mooi mensen kunnen zijn. Dan ontstaan er andere gesprekken, dan worden luisteren en stilte een onderdeel van de communicatie. Dan zijn mensen verbonden met zichzelf en daarmee ook veel meer met anderen. Want dat is voor mij ook een ontbrekende schakel in onze maatschappij.

Het vraagt echter moed om die tijd en ruimte te maken, omdat we wereld een ander appél op ons doet. Hierover spreekt de Belgische emeritus hoogleraar Paul Verhaeghe ook zo mooi in zijn boek Onbehagen. “Een maatschappij die haar leden een voortdurende concurrentie oplegt – met anderen en met zichzelf – maakt verbondenheid onmogelijk. Wanneer diezelfde maatschappij ook nog eens autonomie oplegt is het resultaat geen autonomie, maar eenzaamheid”, analyseert Verhaeghe.


Jouw verhaal raakt bij mij ook aan de essentie van een veel groter perspectief van het kijken naar het leven, wat er allemaal al voor ons is geweest. Dat laat de nieuwe documentaire van Stephen Spielberg en Morgan Freeman 'Life on our planet' zo mooi zien. Hoeveel leven is er al voor ons geweest, massa-extincties, ijstijden, klimaatveranderingen, bloeiende en ondergaande beschavingen… En dat brengt me ook bij het woord humbleness; we zijn niet zo groot, zo invloedrijk, zo belangrijk als we denken. Dit zal voor sommigen angst op roepen, maar het geeft mij met name innerlijke rust en zelfrelativering en dat is een fijn kompas. Ik doe wat ik kan, ik luister naar mijn innerlijke stem, mijn lichaam, naar de natuur en daar het leven én ik weet dat het allemaal vergankelijk en eindig is.


Ik ben benieuwd naar jouw volgende bespiegelingen!


Liefs, Hilde

Dag Hilde,


Even geleden dat ik je schreef. Misschien heeft het te maken dat ik in een periode zit waarin ik het steeds minder weet. Of misschien omdat ik genoegen neem met minder te willen weten. Dat maakt me dan aan de ene kant onrustig, want ik wil het wel weten. Maar nee, toch niet, of minder. Dat is dus de andere kant. Misschien omdat het (willen) weten over iets anders gaat. Niet over dagelijks nieuws, de politiek, de ophef van de dag, het vooruitzicht, waarvan we weten dat dit nooit een vooruitzicht is dat verder reikt dan pakweg 5 jaar. Alles is in staat van verandering en het sloopt ons. Wat is dan het stiltepunt in onszelf?


Ik leerde ooit met mijn studie psychosynthese een oefening die dis-identificatie wordt genoemd. Simpel gezegd heb je gedachten, gevoelens en een lichaam, maar je bent meer dan dat. Je hebt ze wel, maar los daarvan ben jij er ook. Die kern, dat Zelf, dat punt van stilte en geen beweging. Ik leerde die oefening en merk dat ik dat als ik hem doe, ik bij dat punt uitkom van geen weten, of willen weten. Vooral omdat alles er al is. 


Niet dat alles, of moet ik schrijven Alles, de dagelijkse issues oplost. Of de vragen die aan mij gesteld worden, dingen die ik moet regelen. Maar het zet alles wel in perspectief. Het maakt dat ik dingen niet nú moet doen, per se, maar het ook even kan laten liggen, er met een afstand naar kan kijken, mee kan voelen. 


Het grappige is dat de ‘dingen’ dan ook zelf in beweging komen. Soms wordt het anders, blijkt een idee overgenomen te worden (ook goed), kom ik met iemand in gesprek die ik niet had verwacht, gebeurt het op een manier die het ‘ding’ alleen maar beter maakt. 


Mijn kompas, zo begon ten slotte onze briefwisseling hier, wijst wel naar een plek, een richting, een horizon, maar dat betekent niet dat ik gelijk erachter aan moet gaan. Want als ik erachter ga, moet ik iets weten, een richting, en vaker, steeds vaker weet ik dat dus niet. Het leven vraagt nu aan mij om de tijd te nemen. En ook de tijd bestaat steeds meer uit dat idee van Kairos. Ik gooi een bal op en ik zie wel waar die neerkomt. Ik schrijf een brief, of begin iets als Op Eigen Kompas, ook met jou hier, en het krijgt een eigen bestemming. Soms helemaal buiten mij om. 


Herken jij iets van dat niet (willen) weten? 


Ron

Lieve Ron


Dank voor je mooie woorden weer. Wat een taalkunstenaar huist er in je, de woorden resoneren echt in me. Voor mij is veel wat je schrijft zeker herkenbaar. Thema’s die ook diep in mijn spelen.


Ik moet denken aan een moment dat ik met mijn gezin op Bali was en we in een kleine tempel waren. Daar was een heel tanig klein priestertje met hele scheve grote tanden die gierend van het lachen om mij heen sprong. Hij tikte met zijn vinger op mijn hoofd en zei schaterend: “Oeoeoeoe … so much knowledge!” En even was er iets in mijn gevleid en ik stamelde een “Thank you”, maar toen ging hij verder en zei: “BUT… you have to get rid of all this knowledge, be like ME, I know Nothing!” Hij sprong vervolgens in een yogahouding, transformeerde in een soort Zenmeester en vroeg me naast hem te komen zitten. Dat is het eerste moment geweest dat mijn hoofd werkelijk helemaal stil was. Nu ik het opschrijf kan ik het weer voelen. 


Een paar jaar later brak ik bijna mijn nek met een val en heb een half jaar met een hersenkneuzing niet-wetend rondgelopen. En wat vond ik dat heftig… mijn hoofd niet meer kunnen gebruiken, geen overzicht meer hebben, mezelf niet kunnen geruststellen, niet weten of het ooit weer zou kunnen herstellen. Een jaar erna kreeg ik een virus in mijn pancreas en wist ik niet of ik het zou halen; weer dat grote niet-weten. Een inzicht wat ik toen kreeg is dat ik steeds bezig was met: “Ik wil dat het goed afloopt” en later kwam omhoog: “Wat is dan een goede afloop?” Is dat dat ik me kan overgeven aan hoe het gaat, wat dat ook moge zijn of dat ik herstel? 


Inmiddels weet ik dat dit het eerste is. Maar ja, hoe moeilijk is het niet om je over te geven aan het leven, aan onze nietigheid, aan het bewustzijn van onze sterfelijkheid, maar ook aan onze bestemming en het mooie wat we, zo lang we hier zijn, zouden kunnen bijdragen. Zoals Gabor Maté laatst al zei zijn we zo verwijderd geraakt van onze authenticiteit omdat we leven in een wereld die ons hier (onbewust) vanaf gebracht heeft. Soms kan het me verdrietig maken, ik heb zoveel mensen in 30 jaar trauma-praktijk gezien die nog zo worstelen met hun verleden die soms zo moeilijk zien hoeveel moois er ook in hen aanwezig is. Werkelijk gezien worden doet dan in eerste instantie pijn.


Het mooie boekje van Frans Zandbergen, Het Wil, komt ook bij me omhoog. Ik vond de titel zo prachtig, omdat ik zo anders leef sinds ik de illusie heb opgegeven dat er een ‘Ik wil’ bestaat. Misschien zou ik het nu meer een levensvonk of Divine Will noemen. 


Het leven geeft me, zoals jij ook al beschrijft, ideeën en inspiraties, geeft me duwtjes als ik van het pad af ben, mijn lichaam laat me voelen wat klopt of niet. Wanneer voel ik leven en ruimte? Wanneer voel ik beklemming en verstrakking? Wanneer ga ik open, wanneer ga ik dicht? In welke richting voel ik leven? 

Dus mijn voeten volgen door een stap te zetten en dan af te wachten wat het antwoord van het leven is. En dit antwoord te accepteren en te nemen zoals het komt. Het voelt als schaken met het leven.

Me overgeven aan ‘wat wil’ geeft me inmiddels zoveel ruimte. Er zijn zoveel minder verwachtingen en angsten. En het mooie is dat ik dan verrast wordt, dat jouw bal zo’n wezenlijke plek heeft geraakt, die zo op het goede moment komt, waardoor ik ook voor mezelf zie hoeveel overzicht ik in de afgelopen jaren heb mogen krijgen. Dank je wel voor die mooie bal. En gooi ’m met liefde weer terug en benieuwd waar deze bij jou weer land. Ik wens je mooie reizen in het nemen van de tijd.


Liefs, Hilde