Het recht van de toekomst
Hoe vaak heb je dit inmiddels het afgelopen jaar gehoord of gelezen? ‘We leven in een
tijdperk van veranderingen’. Een juiste constatering, al willen velen van ons maar wat graag
terug naar ‘normaal’. En toch is inmiddels overduidelijk dat we ons inderdaad in een
zogenaamde tussentijd of transitieperiode bevinden. Een mooie term die ik er niet lang
geleden voor langs zag komen was ‘trembling twenties’. En zeg nu zelf, het voelt toch
regelmatig alsof alles trilt? En, ervan uitgaande dat je dit herkent, wat ‘moet’ je daar als jurist
dan mee?
Maatschappelijke onrust
En eigenlijk is alles natuurlijk altijd in beweging. Van ons lichaam waarin onze cellen zich
continu vernieuwen, tot de natuur waarin dingen groeien, bloeien en dood gaan. Toch is
deze specifieke tijd waarin we nu leven wel bijzonder beweeglijk. Het is een tijd die
gekenmerkt wordt door toenemende maatschappelijke onrust en onvrede. Maatschappelijke
onrust die wordt veroorzaakt doordat de balans in steeds meer dingen ontbreekt: (dis)balans
tussen contact in de ‘echte’ en virtuele wereld, ondervoeding in veel landen wereldwijd
versus grote hoeveelheden eten in andere landen die worden doorgedraaid. Disbalans
doordat oude systemen niet meer werken en nieuwe systemen nog niet zijn
uitgekristalliseerd. Vanwege die gedateerde systemen gaan al een aantal jaren wereldwijd
mensen over de meest uiteenlopende onderwerpen de straat op. Klimaat-spijbelen door de
jeugd, wereldwijde Black Lives Matter protesten en Nederlandse boeren die zich richting Den
Haag begeven in verband met de stikstof problematiek. Wereldwijd maatschappelijke onrust
en onvrede, rond thema’s zoals bijvoorbeeld klimaat, sociale en economische ongelijkheid,
onderwijs en zorg.
Ontwikkelingen in de juridische wereld
En langzaam maar zeker wordt wereldwijd de weerslag van de maatschappelijke onvrede
ook zichtbaar in ontwikkelingen rond het recht. In verschillende jurisdicties zien we
vergelijkbare grensverleggende gerechtelijke uitspraken gedaan worden. En mondjesmaat,
doch gestaag, zien we wetsvoorstellen worden aangenomen die voorheen onvoorstelbaar
leken. Ontwikkelingen in verschillende landen en op verschillende rechtsgebieden. Een
aantal voorbeelden die het wat concreter maken: de door Urgenda gewonnen rechtszaak,
waarbij van de Nederlandse Staat naleving werd gevorderd van de afspraken uit het Parijs-
akkoord. Of de zeer recente uitspraak tegen de Nederlandse moedervennootschap van Shell
Nigeria, waarbij doorbraak van aansprakelijkheid werd vastgesteld vanwege een gebrekkige
zorgplicht. Vervolging én veroordeling voor fraude van bestuurders in het bedrijfsleven. De
Nederlandse Bank die de noodklok luidt in de financiële sector over de grote financiële
risico’s vanwege het zorgwekkende verlies aan biodiversiteit. Een mensenrechtenwet die
recent in Duitsland werd aangenomen om kinderarbeid, moderne slavernij en
milieuvervuiling tegen te gaan. En een laatste voorbeeld waar je inmiddels vast ook wel eens
van hebt gehoord: een rivier die rechtspersoonlijkheid wordt toegekend. In Nieuw Zeeland
gebeurde dat voor het eerst in 2017 met betrekking tot de Whanganui rivier na meer dan een
dikke eeuw onderhandelen door de Maori stam met de Nieuw-Zeelandse overheid. De tot
voor kort niet of nauwelijks gehoorde belanghebbende natuur krijgt aldus een stem. Een
eigen stem. En daarmee een zelfstandige eigen plek in het systeem waar het daarvoor
slechts een element was in een afwegingskader waar de overige elementen wel konden
bogen op woordvoerders met rechtspersoonlijkheid - de projectontwikkelaar (initiatiefnemer),
de overheid (bevoegd gezag), de burger...
Fictie of werkelijkheid?
En waarom eigenlijk géén rechtspersoonlijkheid voor een rivier en wél voor een
onderneming? Daar waar we in een rivier kunnen zwemmen, varen of ervan afhankelijk zijn
voor ons drinkwater, is de rechtspersoonlijkheid die wij toekennen aan ondernemingen enkel
en alleen een juridische fictie. Kortom: een bedenksel van de mens. In dit geval een
bedenksel, veelal gebruikt om het maken of leveren van goederen en diensten op grotere
schaal te faciliteren. Handig zeker, maar niet van levensbelang in tegenstelling tot hetgeen
een rivier faciliteert.
Aan het begin van de periode dat er geluiden in de juridische wereld rondom regels ter
bescherming van de natuur begonnen te ontstaan, werd ook het ‘Limits to Growth’ rapport
van de Club van Rome wereldkundig. Daarmee stond het belang van de zorg voor en
gebruik van onze leefomgeving en grondstoffen, én de negatieve impact van het handelen
van mensen daarop, ineens in de spotlight. De impact van het rapport was toentertijd enorm.
De impact van het daarop niet voldoende tijdig acteren blijkt dat helaas nu ook. En de toen al
zichtbare noodzaak voor aanpassingen aan het overkoepelende systeem (wat wij het
economische systeem noemen) en de daarbij leidende normen en waarden, is sindsdien
enkel gegroeid.
Van signaal naar nieuwe norm
De in eerste instantie weak signals klinken nu steeds luider en duidelijker. De ontwikkelingen
in de wereld om ons heen liegen er niet om en zorgen voor het nodige tumult, ook in de
juridische wereld. En terecht geloof ik. Want nu natuur, biodiversiteit en mensenrechten
groeiende aandacht genieten vanwege onomkeerbare negatieve impact daarop na vele
decennia van schijnbaar oneindige groei, zijn vraagtekens bij de bestaande regels (of het
gebrek daaraan) niet erg verwonderlijk. Toch? Immers, is ons rechtssysteem niet simpelweg
de weerspiegeling van die normen die we als samenleving als ‘right & just’ ervaren? En is er
nu wellicht een herdefiniëring van het begrip ‘right & just’ gaande, een herschikking van
normen? Is het nu wereldwijd de onvrede toeneemt over de systemen die we als mensen
gecreëerd hebben, juist dé tijd voor het ontwerpen van een nieuw spel met nieuwe
spelregels? Als dit een kloppende duiding is van het tumult om ons heen, dan zal uiteindelijk
ook het rechtssysteem bewegen. At last. Als gezegd, eerst in gerechtelijke procedures waar
de nieuwe normen zich langzaam maar zeker aftekenen. Vervolgens zullen deze nieuwe
normen verankerd worden in nieuwe systemen door aanpassing en vervanging van
bestaande regels. Of zullen we het pro actief doen? Nieuwe regels maken die de vorming
van een nieuwe systeem faciliteren en versnellen?
Future fit?
Naast groeiende aandacht voor natuur, mensenrechten en systemen die scheurtjes of
scheuren vertonen, is er evengoed toenemende aandacht voor de rol die wij als mensen in
die verschillende systemen spelen. Zoals in ‘Limits to Growth’ al lang geleden duidelijk werd
gemaakt is oneindige groei op een eindige planeet een illusie. Een droom waaruit wij
inmiddels langzaam wakker worden. En zo wordt de vraag naar de verantwoordelijkheid van
het bedrijfsleven, en naar onze individuele verantwoordelijkheid ten opzichte van de wereld
om ons heen, in de loop der decennia steeds vaker en indringender gesteld. Want hoewel
onder de noemer van People, Planet & Profit positieve stappen zijn gezet ten behoeve van
mens en milieu, moeten we concluderen dat de teller vandaag de dag een ruime
onvoldoende uitwijst. Zonder verwijt overigens. Wel met bezorgdheid én de vraag hoe het
anders kan. Hoe kunnen we tijdiger leren acteren op de signalen uit onze omgeving? Hoe
kun je als organisatie, en individu, toekomstbestendig zijn én blijven? Met zorg voor jezelf, de
organisatie en de leefomgeving? Immers, we leven in een tijd waarin continue veranderingen
een gegeven zijn, complexiteit overheerst en aanpassingsvermogen geen luxe maar pure
noodzaak is. En met het tempo van aanpassingen zoals we dat tot dusver hebben
aangehouden, loop je in zo’n context al snel hopeloos achter de feiten aan.
Technologie als reddingsboei?
Hoewel technologie en digitalisering ons veel gebracht hebben, gaat technologie alleen ons
niet redden. Het bracht ons snellere auto’s, internetverbindingen waarmee we met een druk
op de knop weekendjes weg konden boeken, VR en AR, robots die geestdodende arbeid
overnamen (en langzaamaan steeds meer taken overnemen), allerhande nieuwe apps om je
24/7 bezig te houden en elke paar weken nieuwe kledingcollecties in de winkels. Het bracht
ons echter ook toenemende economische ongelijkheid, uitbuiting van kinderen in fabrieken in
landen ver van hier, groeiende percentages burn-out en depressiviteit, vervuiling van onze
rivieren, lucht en bodem en een schrikbarende afname in biodiversiteit die onze natuurlijke
kringlopen in gevaar brengt. Een onverminderde groei en inzet van technologie bracht ons
enorme welvaart, en brengt ons tot waar we nu staan. En hoewel technologie in toenemende
mate verweven wordt in ons dagelijks leven, is het een goed moment onszelf de vraag te
stellen of technologie een doel op zich is, óf een middel dat we als mensen ten dienste van
een door ons bepaald doel kunnen inzetten. Want is het niet aan ons mensen om
technologie op juiste wijze te programmeren en toe te passen? Om te bepalen hóe we willen
leven. Welke doelen we nastreven? Met behulp van welke middelen? En welke uitkomsten
achten wij dan wél of niet ‘right & ,just’?
Hoofd en hart
Ondanks vele pogingen om kennis en informatie over de omgang van mensen met onze
natuurlijke hulpbronnen en over een ‘juist’ gebruik van technologie breed beschikbaar te
maken, brengt dit ons als mensen maar beperkt in beweging (en de vraag wat ‘juist’ is laat ik
graag aan de lezer ter beantwoording). Dat komt, heel kort gezegd, omdat eeuwenoude
delen van ons menselijk brein niet gemaakt zijn om te acteren op grote uitdagingen die ver in
de toekomst lijken te liggen en ons niet direct raken. Zélfs wanneer we rationeel weten dat
het op lange termijn goed mis kan gaan, blijft handelen met een focus op de korte termijn
onze eerste menselijke reflex.
Het goede nieuws? In tegenstelling tot kennis en informatie die ons maar moeizaam in
beweging krijgen, brengt dátgeen dat ons als mens ráákt in het algemeen wel in beweging.
Door de schoonheid ervan, of door het verdriet, de hoop, verwondering of verontwaardiging
die het oproept. Emoties dus - die veel verguisde toestanden in de zakelijke wereld - zijn in
werkelijkheid onze grootste rijkdom en bron van wijsheid. Wanneer we ernaar leren luisteren,
kunnen we ons bewust worden van wat ze ons proberen te zeggen. Wat kan ons helpen
leren navigeren richting de toekomst? Mijn gok is onze menselijkheid. Naast gebruik van je
hoofd óók je hart volgen. Want de grote uitdagingen waar we voor staan treffen vroeger of
later allemaal. Mijn suggestie in het leren omgaan met een toekomst waarin onzekerheden
de norm zijn, en we voor grote mondiale uitdagingen geplaatst staan? Bekijk de uitdagingen
als een kans, en laat je nieuwsgierigheid het winnen van je angst wanneer je keuzes maakt.
Laat je inspireren door de diversiteit van perspectieven om je heen, Stel je oordeel uit en
luister naar elkaar. Luister nieuwsgierig en diep: om te begrijpen. Of willen we bij voorbaat
excuses vragen aan die navolgende generaties zoals Nynke Laverman indringend zingt in
‘Your Ancestor’? Luister eens goed. Hoe voelt
dat? Ver van je bed? Overweldigend? Activerend? Beschamend? Misschien geen van deze?
Of allemaal? En kun je dat ongemak verdragen? Kun je het verduren?
Nieuwe spelregels
Achter de feiten aanlopen, je net binnen de grenzen van het oorbare gedragen, zal steeds
vaker geen kans maar een levensgroot risico voor de lange termijn-houdbaarheid van
organisaties zijn. Vanwege de negatieve impact op reputatie, op de motivatie van
werknemers en op de mogelijkheden voor het werven én behouden van klanten en
toeleveranciers. En, mocht je door al het voorgaande niet overtuigd zijn geraakt, óók
vanwege een groeiend risico op toekomstige juridische claims. De normen in onze
maatschappij zijn immers aan het verschuiven: van het voldoen aan de minimum norm naar
de vraag welke positieve bijdrage je kunt leveren als organisatie. Het spel is aan het
veranderen. En dat nieuwe spel vraagt ook om die nieuwe spelregels. En waar regels zijn,
zijn juristen. Zowel bij de aanpassing en vervanging van bestaande regels, als bij de
toepassing en interpretatie van nieuwe regels zijn juristen hard nodig. Juristen die op basis
van haarfijne analyse, een totaaloverzicht en een afstemming op de wereld om hen heen
nieuwe spelregels bedenken, en toetsen of deze in de betreffende context uitkomsten
opleveren die we als ‘right & just’ ervaren. Juristen die de actoren in het systeem helpen
herinneren aan wat echt niet anders kan en in proportie is. En ook juristen die nieuwe
spelregels op een menselijke manier kunnen toepassen, zodat recht wordt gedaan aan de
individuele omstandigheden van het geval.
Moed en verbeeldingskracht
Hierbij een hart onder de riem voor alle juristen die zich klaarmaken voor de toekomst die
zich onvermijdelijk aandient: put hoop uit Bob Dylan’s ‘The times they are a changin’;
beweeg mee met de veranderingen om je heen en lees Roman Krznaric’s ‘The Good
Ancestor’, waarin hij onze morele zorgplicht voor navolgende generaties schetst. Ga naar
buiten en verwonder je over de schoonheid van de natuur. Speel met je kinderen en laat je
verrassen door hun verbeeldingskracht bij het bedenken van toekomstbestendige
oplossingen. En last but not least: adem in….en adem uit. Durf je de gedachte te entertainen
dat de regels rondom de juridische fictie van de onderneming als rechtspersoon wellicht aan
een update toe zijn? Een update waarbij een zorgplicht en maatschappelijke
verantwoordelijkheid als norm wordt ingebed, zoals een grote groep Nederlandse
hoogleraren bepleit. Zullen we, de schaamte voorbij, met elkaar de moed opbrengen om die
hoognodige gesprekken nu écht te gaan voeren?
Madeleen Mulder, publicist, (legal) advisor