Dag Fook,
Het hele idee van een kompas is dat je je eigen weg kunt uitstippelen. Een soort landkaart met daarop wegen die je wel of niet kunt nemen. Een ingebouwde radar. Maar dat is natuurlijk flauwekul. Het leven blijkt te grillig. Afhankelijk van toevallige ontmoetingen, je opvoeding - die wel of niet geslaagd is - , de kansen die je kreeg, of niet. Eigenlijk is dat hele idee van een kompas dat je helpt een fabeltje dat we graag gebruiken om ‘in de flow’ te komen. Zie je, met een positieve inslag, zeggen we dan, maak je ruim baan voor je weg in het leven. Alle doelen liggen binnen handbereik.
Hoe werkt dat voor jou eigenlijk, of hoe heeft dat voor jou tot nu toe gewerkt?
Een aardig begin voor onze briefwisseling dacht ik zo. 😀
Hartelijke groet, Ron
Dank je wel voor je ‘brief’, Ron.
Ik kan wel wat met de balletjes die je opgooit.
Mijn kijk op ‘alle doelen zijn bereikbaar’ is gaandeweg veranderd. Waar ik eigenlijk al zolang ik me kan herinneren overtuigd was van die veelbelovende maakbaarheid van alles, ontdekte ik ‘onderweg’ dat niet iedereen dezelfde kansrijke start krijgt en dat niet iedereen hetzelfde denk- en doevermogen heeft.
Ik zag bijvoorbeeld van dichtbij dat een aangeboren angst in iemands leven een allesbepalende rem kan zijn. Een niet weg te nemen angst die ik niet voel.
Ik zag ook dat een onveilige jeugd iemand dusdanig kan schaden, dat diegene veel dieper (bodemloos) kan vallen dan ik. En dat iemand die niet (meer) in staat is liefde of vertrouwen te voelen, niets kan met oppeppende woorden of een helpende hand. Die zijn nietszeggend als je nooit thuis voelt. Niet met jezelf, niet samen met anderen, niet in je eigen bed, niet in die van een ander, nergens. Waar moet je dan heen? Wat is je houvast?
Door die grilligheden van het leven, zoals jij ze noemt, geloof ik dus niet helemaal meer in de maakbaarheid van alles. Maar een innerlijk kompas klinkt in mijn oren niet als flauwekul. In tegendeel. Ik geloof in de kracht van mijn innerlijke overtuiging en ik heb altijd het idee dat ik letterlijk en figuurlijk weet welke richting ik op moet. Ook als ikzelf word getroffen door een gril van het leven.
Ik durf los te laten, stuurloos te dobberen, spontaan af te slaan of te verdwalen, omdat ik voel dat ik altijd weer terecht kom. Ook ben ik aanhanger van de je-kunt-overal-wat-leren-theorie.
Ik hoop dat iedereen zo een innerlijk kompas heeft. Maar ook om op die kompas te kunnen varen, moet je in staat zijn te kunnen vertrouwen. Op jezelf, op je gevoel, op die ingebouwde radar.
Hoe werkt die radar bij jou, Ron?
En geloof jij een meta-kompas? Eén voor allen?
Gaan we, denk jij, met elkaar een bepaalde richting uit?
Ik hoor het graag.
Groet Fook
PS. Dit onderwerp doet me denken aan het prachtige nummer God on My Side van World Party. Ken je dat? Daar ga ik nu weer eens goed naar luisteren.
Dag Fook,
Misschien heb ik ooit geloofd dat er een wereldwijde wijsheid was, zoals de hoop die ik voelde bij de val van de Berlijnse Muur. Eindelijk zagen we het, eindelijk overwon de liefde, eindelijk gingen we als mensen samen op. Je begrijpt misschien wel de teleurstelling.
En hadden we niet net zo’n gevoel met corona? Het was een pas op de plaats, een gedwongen pas die ons goed zou gaan doen, daarna. Ik schreef er zelfs een boek, met 23 andere schrijvers, over hoe de wereld erna zou gaan uitzien. Met alle geleerde lessen, wereldwijd. Je begrijpt misschien de teleurstelling.
Het leven is dus niet alleen grillig, onvoorspelbaar, maar ook moeilijk te sturen. Zeker, er is een natuurlijke orde, dat vertelt de wetenschap, maar er is ook geen zin. Ik bedoel, er is, als je uitzoomt, geen zin in/van het leven. Er is niet een weg naar iets, een eind, een finish, een paradijselijke toestand. Er is het begin van jouw en mijn leven. En daar komt ook een einde aan. Eventueel met een ‘verlenging’ als je gelooft in een leven hierna.
Als ik dit dan schrijf voel ik me echter niet moedeloos. Ik hecht geen waarde aan het idee dat als er geen zin is, ik dan maar overgeleverd ben aan een eigen keuze. Een eigen keuze zonder waarden, zoiets zoals Jean Paul Sartre ons voorhield. Iets drijft ons toch voort. Een dieper (ge)weten, een besef van het goede, de liefde.
Mijn vraag blijft wel: waar komt dat vandaan? Dat altruïsme. Die naastenliefde. Die compassie voor de wereld om ons heen?
Ik luisterde naar ‘God On My Side’ van World Party, prachtig Beatles-achtig nummer. Ee stukje, vertaalde, tekst dan:
‘Ik zie dat je dacht dat we de wereld konden veranderen
Als we samenkomen en bidden
Maar het is net alsof je één brief stuurt
naar meer dan slechts één plek
Maar: "Lieve God, kunt u ons helpen"
Het moet de openingszin zijn
Omdat we vallen
Ik heb jouw God aan mijn zijde nodig.’
Waar komt jouw vertrouwen vandaan? En heb je dat vertrouwen, op je eigen kompas, ook bij de mensen om je heen? Of zelfs wereldwijd?
Benieuwd hoe we verder gaan in deze briefwisseling.
Goede groet!
Ron
Hai Ron,
Ik begrijp je teleurstellingen, maar toch blijf ik geloven in de zin van gebeurtenissen. In de zin van ons bestaan, van het bestaan, van alles. De natuur (waar ook wij mensen toe behoren) zit toch véél te vernuftig in elkaar om zinloos te kunnen zijn? De manier waarop seizoenen werken, maanstanden, eb en vloed, cyclussen van bloesem naar vrucht… Als een hartslag. De verwondering daarover maakt me kennelijk iemand die denkt en voelt dat al dat schoons niet zonder reden kan bestaan.
Het idee van de eigen keuze sneeuwt daarbij niet onder. In mijn wereldbeeld liggen zin en eigen keuze in het verlengde van elkaar. Waarom maak je een bepaalde keuze? Wat heeft je daartoe aangezet en wat brengt die keuze teweeg? Alles is in mijn ogen met elkaar verbonden, elk levend wezen. Iedere gedachte, ieder handelen of niet handelen heeft daarmee gevolgen voor het geheel. Ik geloof in ontwikkeling, in een weg naar iets. Naar wat, dat weet ik niet.
Ik was in half mei in de Rode Hoed bij een Brainwash-sessie rond Leven in het calamiteitperk, het boek van Tim Fransen. Fransen stelt dat het tijd is om afscheid te nemen van het liberale vooruitgangsdenken, omdat dit ons zou hebben misleid en niet strookt met de weg naar een duurzame economie. Eeuwige groei kan ons doel niet zijn, dat snap ik. Meer, meer, meer is onhoudbaar. Gaat het in plaats van om groei ook niet om transformatie?
In tegenstelling tot mijn vertrouwen in zingeving, is mijn geloof in altruïsme, naastenliefde en compassie momenteel wel wankelend. Berichten over mensen die onder het mom van ‘het aantal vluchtelingen naar West-Europa terugdringen’ andere mensen zonder eten of drinken midden in woestijn droppen of mensen die andere mensen geboeid overboord van een boot dumpen, stemmen mij meer dan verdrietig. Zien zij die mensen, die uit wanhoop alles achterlieten en om hulp vragen, niet meer als mens? Als ons handelen verbonden is met het grotere geheel, wat betekenen deze nare gebeurtenissen dan? En wat zeggen de deze crisissen waarin we verkeren?
Zonder een gedeelde missie drijft een crisis ons uiteen, dan is controle en aanscherping van regels noodzakelijk. Maar stel dat we allemaal (ook jij) wél geloven in een weg naar iets, in een reis naar een gemeenschappelijk doel, dan zorgt een dreiging juist voor acceptatie van aanpassingen en voor samenwerking, daar ben ik van overtuigd. Die spreekwoordelijke stip op de horizon zorgt ervoor dat we beter met elkaar kunnen functioneren. Wat zou die stip moeten zijn? Waar willen we heen?
Het is een enorme kloof, tussen de huidige realiteit en een wereld met één missie, één gedeelde missie, dat besef ik. Maar is die kloof onoverbrugbaar?
Door innovatie en transformatie zijn kloven te overbruggen. En echt veranderen of innoveren kunnen we nu eenmaal niet zonder chaos en crises. Een crisis is daarmee toch altijd ergens goed voor. Hier komt toch mijn rotsvaste vertrouwen in de zin der dingen weer boven. Dat vertrouwen geeft me rust.
Misschien kan mijn vertrouwen je inspireren en kan ik iets meenemen van jouw oog voor naastenliefde, compassie en altruïsme. Dan zijn we door dit te delen een klein beetje elkaars kompas.
I need your God on my side, Ron. En die van vele anderen.
Leestip: Essay in De Groene Amsterdammer van Tim Fransen; Het Calamiteitperk. Leven in het licht van de eindigheid
Groet, Fook
Dag Fook,
Je schrijft over vertrouwen en eerlijk gezegd raakt mijn vertrouwen in een goede afloop wel een beetje zoek. Ik bedoel dan hoe wij mensen deze planeet bewonen, besturen, en ook vernietigen. Niet alleen met zoiets als klimaat, maar onze blijvende honger naar meer. Meer spullen, meer groei in de economie, meer haat tegenover de ander, meer wapentuig nu. Het escaleert. En misschien moet het ook instorten. Zoals de filosoof Lisa Doeland schrijft in haar boek ‘Apocalypsofie’: door de hele 'gifbeker' maar helemaal leeg te gieten. Het is, schrijft ze, niet vijf voor twaalf, maar er is geen tijd meer. Ofwel: 'Zo denk ik dat het belangrijk is om ons de toekomst niet rooskleurig voor te stellen, misschien zelfs apocalyptisch, juist om een andere toekomst denkbaar en mogelijk te maken.'
We gaan dus niet over de rand heen, waar veel mensen ons voor waarschuwen, we zijn er al ruim overheen. 'Alleen door de catastrofe te denken als iets wat al heeft plaatsgevonden, komt er ruimte voor een ander einde van de wereld.' Kijk maar om je heen, waar de gecreëerde systemen ons en deze planeet hebben gebracht. Het einde van onze beschaving en ons verhouding met de natuur is er al. 'Hoe kunnen we leren om dat wat we voor vooruitgang hielden als opeenstapeling van puinhopen te zien?'
Misschien is mijn moedeloosheid tegenover de mens en de lessen die we maar niet leren, of kunnen leren, tijdelijk en veer ik een keer weer op, maar voor nu lijkt de weg als mensheid vooral een weg naar beneden.
Wat ik echter nooit zal opgeven, vooral omdat ik zo ben tegengekomen op mijn levenspad, is de liefde tussen mensen zelf. Agape, naastenliefde die verder gaat dan alleen goede buren zijn. Opkomen voor elkaar, er zijn, in weer en wind. Doet me denken aan die beroemde Gulden Regel, ‘Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hen ook aldus.’, een zin die Jezus zou hebben uitgesproken en die terug te vinden is in het Nieuwe Testament. Opvallend aan die Gulden Regel, ik heb dat eens opgezocht, is dat ie bijna in elke godsdienst, filosofie of spirituele stroming terug te vinden is, dus er zal wel een kern van waarheid in zitten.
‘Wat je zelf niet wilt, doe dat ook de ander niet.’ Confucius (551–479 v.Chr.)
‘Slechts aan wie zijn eigen lichaam liefheeft als zijnde de hele wereld, mag de wereld worden toevertrouwd.’ Uit de Tao
‘Men moet nooit een ander aandoen, wat men voor zichzelf als kwetsend ziet. Dat is de kern van de regel van alle rechtschapenheid.’ Uit de Mahabharatha
‘Wat voor mij onwelgevallig en onaangenaam is, is voor anderen ook onwelgevallig en onaangenaam. Hoe zou ik dan een ander kunnen belasten met wat voor mijzelf onwelgevallig en onaangenaam is?’ De Boeddha
‘Doe andere mensen niet aan waarover je zelf verontwaardigd zou zijn, als je dat zelf zou moeten ervaren.’ Isocrates (436-338 v.Chr.)
Dat geeft me dan hoop. Het is zoals Emmanuel Levinas schreef: ‘In het gelaat van de ander ontdekken we onszelf’
De ander en bij de ander kunnen zijn, in het klein, dat is denk ik mijn kompas, voorlopig. Het andere, dat grote, dat onvoorstelbare, die weg naar beneden, laat ik niet buiten mij, maar het is zoals ze zeggen: niet binnen mijn cirkel van invloed.
Ik zag een meisje lopen over een strand dat bezaaid was met zeesterren. Ze pakte de zeesterren op en gooide ze terug in de zee.
‘Meisje,’ zei een voorbijganger: ‘wat ben je aan het doen?’
“Ik ben zeesterren aan het redden”, antwoordde ze.
“Maar het zijn er zoveel, dat zal toch geen verschil maken!”
Onverstoorbaar ging het meisje door. Ze pakte een zeester op en gooide hem in de zee. “Voor deze wel,” zei ze …
Lieve groet,
Ron
Beste Ron,
Ik moet toegeven, dat de moed mij ook enigszins in de schoenen begint te zakken door de gebeurtenissen van afgelopen tijd. Al die haat die schreeuwt uit de vechtpartijen in Amsterdam, al de angst die spreekt uit de wens van bepaalde machthebbers om anderen gewoonweg uit te gummen…. Zwaarmoedig word ik ervan en dat zet mij aan tot struisvogelgedrag. Zie ook m’n column.
Ik heb net als jij behoefte aan hoop en medemenselijkheid en ik kan mij goed vinden in jouw hang naar naastenliefde. Ik klamp mij ook vast aan dat kleine, bewonderenswaardige. Dat mooie, wat het ene levende wezen voor de ander kan betekenen. Dat redden van die ene zeester…
Gelukkig merk ik dat ik naast mijn zwaarmoedigheid, inmiddels ook mijn vertrouwen weer een beetje begin te groeien. Vertrouwen, of misschien is het geloof, in het idee dat niets voor niets gebeurt. En dat idee, dat we overal van kunnen leren, is dan toch voorzichtig weer mijn kompas. We moeten kennelijk keihard worden geconfronteerd en op onze knieën door het stof voor we in staat zijn een nieuw perspectief te zien. Ik kan me dan ook aardig vinden in de Apocalypsofie van Lisa Doeland, waarover jij het hebt. Maar het lijkt erop dat de gifbeker nog niet helemaal leeg is en dat we nóg dieper moeten vallen om de zin daarvan te begrijpen.
Geloof jij, dat deze haat, deze ellende ons uiteindelijk tot iets goeds kan aanzetten? Bijvoorbeeld tot een breder gedragen begrip van de woorden die Gabor Maté sprak over de behoefte die iedereen heeft aan onvoorwaardelijke liefde en zingeving. Zou dit dieptepunt de start kunnen zijn van een transitie naar een tijd waarin iedereen kan opgroeien met een natuurlijk gevoel van eigenwaarde?
Een ‘zaligmakend idee’, want als je écht van jezelf weet en voelt dat het goed is dat je er bent en je echt het gevoel hebt dat je ertoe doet, dan handel je niet meer uit angst, of haat. (Dat is mijn overtuiging) En als iedereen, ook politiek Den Haag niet meer handelt uit angst of haat, dan overheerst het besef dat maatregelen als strengere straffen, uitsluiting en afpakken van identiteit mensen niet dichter bij zichzelf en elkaar brengen.
Want als je je gedragen voelt en weet dat iedereen net als jij behoefte heeft aan zingeving en onvoorwaardelijke liefde, dan doe je andere mensen niet aan waarover je zelf verontwaardigd zou zijn. (Vrij naar Maté en Isocrates). En alleen als je geleerd hebt jezelf lief te hebben als de wereld, dan kan de wereld aan je worden toevertrouwd. (Vrij naar Tao).
Fook