David Brooks
De kunst van mensen kennen, hoe je de verbinding aangaat en elkaar echt kunt begrijpen
uitgever Unieboek Het Spectrum

 

Over David Brooks schreef ik eerder al eens over zijn inmiddels zeer bekend boek ‘De Twee Bergen’. Nu is er dus dit boek waarin hij dieper ingaat op het idee dat we als mens de diepe behoefte hebben om echt gezien te worden. Het lijkt een open deur, gezien willen worden, maar we leven wel in een samenleving waarin we dat gezien worden uit het oog verloren zijn. Een woordgrapje nu, maar de vereenzaming heeft wel degelijk ernstige vormen aangenomen. Niet alleen de mensen die alleen wonen achter voordeuren waar we nooit komen, maar ook op drukke plekken als scholen, universiteiten en de vele gewone werkplekken. Zien we elkaar nog wel echt? Spreken we elkaar dan nog wel aan? Weten we, met andere woorden, van elkaar? 

In zijn boek gaat David Brooks in op de kunst om andere echt te zien te verbeteren. Hoe communiceer je met de mensen om je heen? Welke vragen stel je en hoe luister je? Het lijken gewone sociale skills die we langzamerhand verloren zijn in dit digitale tijdperk van naar schermen turen.

In het laatste hoofdstuk ‘Wat is wijsheid’ raakt Brooks iets bijzonders aan, waar ik nu even op wil ingaan en dat is het begrip ‘waarheidsgemeenschap’. ‘Er gebeurt iets grappigs met mensen die deel uitmaken van een waarheidsgemeenschap. Iemand heeft een gedachte, die je zou kunnen zien als een klein circuit in zijn brein. Als iemand die gedachte deelt en een ander die ontvangt, zit het circuit opeens in twee breinen. Als een hele klas de gedachte in overweging neemt, zit de gedachte zomaar in vijfentwintig breinen. Onze breinen zijn met elkaar verstrengeld. De cognitieve wetenschapper Douglas Hofstadter noemt die circuits ‘lussen’. Hij stelt dat we, als we communiceren en die lussen door verschillende breinen gaan, denken als één collectief organisme.’

Elkaar zien, of zoals David Brooks schrijft, elkaar kennen, kan dus ook op een heel ander niveau van communicatie. Zo werkt David Brooks ook het idee uit van mensen die uit verbinding zijn met anderen — hij noemt hen ‘verkleiners’ en mensen die in verbinding met anderen zelf floreren — hij noemt hen ‘verlichters’. Hij borduurt daarmee verder op een concept dat de filosoof Martin Buber meer dan 100 jaar geleden al beschreef als ‘Ich und Du’. In het zien van de Ander is er een verbinding tussen de ik en de jij. Op het moment dat die verbinding niet ervaren wordt en de ‘ik’ de Ander vooral als gebruiksvoorwerp ziet, dan is er geen ‘ik en jij’ meer, maar ‘ik en het’. De Ander is een Het geworden.


Dat brengt mij bij Wouter van Noort, die Nora Bateson interviewde voor NRC. ‘Bateson (55) is filmmaker, dichter, schilder, ecologisch onderzoeker. Ze is directeur van het International Bateson Institute, dat voortbouwt op het werk van haar vader, de beroemde Britse wetenschapper Gregory Bateson, en haar opa William Bateson, baanbrekend evolutiebioloog. Ze publiceerde afgelopen december haar nieuwe boek Combining, waarin ze haar levenswerk heeft geprobeerd te vatten: een bundel vol poëzie, kunst, inzichten in biologie, psychologie, complexiteitswetenschap, maar ook in het leven zelf: verdriet, liefde, seks, opvoeden, de dood.’

Nora Bateson maakt duidelijk dat je door het hele systeem te zien, de oplossing voor vraagstukken ook een andere richting krijgt. Een voorbeeld is dan: „Misschien moet je wel eerst liefdesverdriet krijgen om een muziekstuk écht te begrijpen”, zegt Nora Bateson. Ze gebruikt het voorbeeld van vioolspelen om te zeggen: vaak is de blik van mensen op de dingen om ons heen te beperkt. „Dingen zijn altijd complexer, meer verbonden met elkaar dan op het eerste gezicht lijkt.”


Terug naar het idee van waarheidsgemeenschap. We weten, ook via het werk van Rupert Sheldrake, dat we uit een soort collectief onderbewuste kunnen tappen waardoor onze gedachten, onze ideeën en zelfs onze oplossingen voor problemen een gedeeld en universeel depot kennen. Een soort netwerk dat ons verbindt, maar ook voortstuwt. ‘Deze toestand wordt niet gekenmerkt door één persoon, één lichaam of één brein stelt Hofstadter, maar door de wederzijdse penetratie van alle breinen in een onophoudelijke conversatie met elkaar’. De kunst is dus om aansluitingen te maken als het ware. De gezamenlijkheid verder te onderzoeken. 

Precies dat, schrijft Wouter van Noort, doet Bateson met haar onderzoek: ‘Bateson probeert die manier van kijken vorm te geven met zogeheten warm data labs, die ze organiseert in diverse Europese landen met beleidsmakers, managers, bestuurders. Daarbij draait het niet om wat zij ‘koude data’ noemt: de cijfers, de modellen: die meten namelijk altijd zaken in afzondering van elkaar. Het draait om ‘warme data’: om de interacties tussen de mensen, het met elkaars ogen leren kijken naar complexe problemen, het waarnemen van de sociale dynamiek.’ 

‘Er kunnen zich in een waarheidsgemeenschap magische momenten voordoen als mensen kristalhelder, oprecht en respectvol spreken.’ — David Brooks


In het kennen van mensen zul je dus jezelf mee moeten brengen om dat wat gekend kan worden ook bij jezelf te herkennen. Vragen stellen is niet vragen naar de bekende weg, maar vragen naar dat wat zich wil ‘openbaren’ tussen ons in. Een gesprek is daarmee altijd een meerwaarde en een ontdekking.

In zijn boek geeft David Brooks een mooie reeks handvatten om te leren, het is de kunst ten slotte om mensen om je heen, en de mensen die je, ook vluchtig soms, tegenkomt, echt te leren kennen.

- Ron van Es

Koop het boek via deze link 

YouTube

YouTube inhoud kan niet getoond worden met je huidige cookie-instellingen. Selecteer "Toestemmen & tonen" om de inhoud te zien en de YouTube cookie-instellingen te accepteren. Meer info kun je lezen in onze [Privacyverklaring](/privacyverklaring/. Je kunt je altijd weer afmelden via je [cookie-instellingen] /cookie-instellingen/.

Toestemmen & tonen